De gezondheid van de bewoners in de omgeving van de werklocaties van Consortium Grensmaas is absoluut niet in het geding door de verspreiding van stofdeeltjes met zware metalen die vrij komen tijdens het grondverzet en de grondtransporten.
Dat is de eindconclusie van de GGD tijdens overleg vorige week in Illkhoven.
De GGD gaf tijdens die bijeenkomst tekst en uitleg over de zorgen die Jacques Mohr uit Illikhoven in de klankbordgroep van Consortium Grensmaas en de media had geuit over de risico’s die de stofontwikkeling tijdens de uitvoering van het project Grensmaas met zich zouden meebrengen. Die zorgen leidden tot raadsvragen in Echt-Susteren en vragen in Provinciale Staten.
Volgens de GGD levert de hoeveelheid arseen en lood in het stof zelfs geen risico voor de volksgezondheid op als je er 70 jaar lang aan blootgesteld wordt. Het Consortium beperkt die stofontwikkeling ook zoveel mogelijk door de structurele inzet van sproeiwagens.

Mohr maakte zich ook zorgen over de verspreiding van fijnstof. Een van de andere uitkomsten van de bijeenkomst in Illikhoven was, dat de concentraties fijnstof in sommige delen van Maastricht hoger zijn dan op de werklocaties van het project Grensmaas.
De GGD ziet dan ook geen enkele aanleiding om metingen of ander onderzoek te verrichten op locaties waar het Consortium de komende jaren nog aan de slag gaat. “Er is geen enkele grond om verder te kijken”, aldus de GGD.
Jacques Mohr legt zich neer bij de uitkomst van de GGD en laat weten alle vertrouwen te hebben in de deskundigheid van de onderzoekster van de GGD. “Ook al gaat zij uit van algemene gegevens over stofemissies. Voor mij is het boek hiermee gesloten.”
Mohr spreekt wel de hoop uit in nauw en goed overleg met Consortium Grensmaas te kunnen blijven samenwerken tot de afronding van het project in 2024. Hij doelt dan met name op de zorgvuldige verwijdering van de huidige gronddepots in het Trierveld.
